Een huis voor Harry: Harry loopt rond!

Door: Karin van de Mortel

Over Leo Timmers’ boek met de verdwaalde kat Harry die op zoek is naar zijn huis, zijn al veel waarderende recensies geschreven en daar heb ik niet nog meer lovends aan toe te voegen. (Timmers, L. 2017). Een aansprekend thema, prachtige warme illustraties, een verhaal met een plot waarvan jonge kinderen zullen smullen. Een aanrader voor elke boekenplank. Een boek dat bij veel leerkrachten nog jaren lang op hun ‘gouden lijst’ zal komen te staan. Zeer bruikbaar ook om als fictie tekstbron op te nemen in een thematisch aanbod, zoals bijvoorbeeld ‘wonen’ of ‘vriendschap’. En die lieve Harry wordt ook nog als een derde dimensie meegeleverd met het boek…top!

Even googelen maakt al snel duidelijk dat naast de beschrijvingen van het boek veel suggesties gegeven worden wat je als leerkracht met het boek zou kunnen doen: praten, begrippen verkennen (hoog-laag), knutselen, zingen, uitspelen…(www.sardes.nl/leespluim). En aan die ‘vooral-doen’ lijstjes ga ik geen nieuwe ideeën toevoegen.

Mijn boodschap van deze blog is: zorg ervoor dat de kinderen behalve doen, ook denken over de tekst.

Uiteraard lees je ‘Een huis voor Harry’ voor om ervan te genieten. De belangrijkste doelstelling natuurlijk. Er zijn heel veel andere doelstellingen denkbaar die het voorlezen van Harry de moeite waard maken en die de leerlingen laten nadenken over de tekst.

Daarom geef jullie graag een andere input mee voor Harry: Harry loopt rond. Dat is een open deur en geen verrassing, hoor ik jullie denken. Maar ik bedoel dat Harry, naast dat hij letterlijk rondloopt omdat hij verdwaald is en zijn eigen huis niet kan vinden, de verhaallijn cyclisch is en dus ‘rond loopt’ en dat de illustraties daarin meegaan. Dat is een prachtig gegeven om met de kinderen te gaan ontdekken!

Werk op een betekenisvolle manier aan Tussendoel 2: het verhaalbegrip. (www.jongekind.slo). Je kunt ‘Een huis voor Harry’ gebruiken om bij jouw leerlingen het verhaalbegrip verder te ontwikkelen door het cyclische karakter van de verhaallijn centraal te zetten.

Mijn tip: wees terughoudend met vraagstellingen zoals ‘Wie heeft gezien dat…?’, ‘Hoe het komt dat Harry…?’, ‘Welke dingen hebben we al eerder gezien? Wie weet dat?’ Quizzen naar antwoorden gaat hier (voor de meeste kinderen) niet werken, want als jouw groepertjes 1-2 dit type vragen zouden kunnen beantwoorden konden ze direct door naar het vwo. Ze hebben jou nodig om dit inzicht te ontdekken en doe dit alsjeblieft hardop denkend voor, waarbij je ze uiteraard betrekt!

Uiteraard zorg je ervoor, dat wat je modelt naadloos aansluit op de doelstelling die je wilt bereiken. Wat voorbeelden van hoe of dit hardop denken (modeling) eruit kan zien:

- “Deze reclamezuil (…) hebben we eerder gezien in het boek. Wie weet dat nog? Steek je hand eens op als je dat nog weet…”.

Zorg dat je op zoek gaat naar het ‘bewijs’ voor het antwoord van jouw vraag en blader terug in het boek en bespreek de verschillen.

- “Liep Harry al eerder langs deze muur in ons boek? Steek je duim eens omhoog als je denkt dat Harry…en je duim naar beneden als je denkt dat Harry hier nog niet eerder is geweest…”. Zorg dat je op zoek gaat naar het ‘bewijs’ voor het antwoord van jouw vraag en blader terug in het boek en bespreek opnieuw de verschillen. (Er is blijkbaar iemand die Harry erg mist…)

- “We zagen de reclamezuil en de muur al eerder toch? Ik vind dat een beetje gek. Zou dat betekenen dat Harry misschien aan het teruglopen is naar zijn eigen huis? Wie denkt dat ook???”

- Jij constateert: “Dit lijkt wel Harry’s eigen huis! Wie denkt ook dat dit het huis van Harry is? Steek je hand eens op…Wie denkt dat dit níet het huis van Harry is? Steek je hand eens op…eens even kijken en terugbladeren”. (Haal ‘het bewijs’ uit de tekst).

Wat gebeurt hier nu? Je denkt hardop voor, je geeft woorden aan hun denken en je betrekt de leerlingen bij de gebeurtenissen in het boek. Je demonstreert wat jij doet om achter een antwoord te komen op een vraag. Uiteraard zijn er ook de interactieve vragen als die gesteld moeten worden. Maak een mix van interactie en modeling.

Mijn laatste tip is de volgende. Digitaliseer het boek met de gratis app Office Lens, eenvoudig te downloaden op je telefoon en de toepassing wijst zich vanzelf. Lees het fysieke boek voor en visualiseer de illustraties op het digibord. Dat levert zoveel meer betrokkenheid op.

Print de illustraties uit en terwijl je voorleest leg je ze in een cirkel op de grond voor de kinderen neer. Plaats de met het boek meegeleverde Harry op de illustratie waar je aan het voorlezen bent. Zo bouw je de gebeurtenissen op, wordt navertellen mogelijk en visualiseer je de cyclische verhaallijn.

Tot slot: “Kinderen, dit is heel bijzonder. Wat zien we nu? Waar het verhaal is begonnen, daar eindigt het ook! Wie ziet dit ook?”…

Heel veel plezier met Harry!!