Aafke Bouwman en Karin van de Mortel Onderwijsadvies
Coco kan het! is een voor peuters en jonge kleuters herkenbaar prentenboek voor het jaar 2021. Geschreven en met eenvoudige aansprekende illustraties door Loes Riphagen (Gottmer 2020).
Vogel Vliegop is geschreven door Julia Donaldson en geïllustreerd door Catherine Rayner. (De laatste kennen jullie vast nog van Krrrrokodil!!!). Uitgegeven bij Gottmer 2020.
Voorafgaande jaren hebben we als Onderwijsadvies met elkaar de verschillende invalshoeken beschreven die mogelijk waren met het werken met de prentenboeken van het jaar zoals ‘Een huis voor Harry’ (Timmers, L. 2018, Querido) en ‘Moppereend’ (Dunbar &Petr Horáček. (2018, Lemniscaat).
Dit jaar doen we het anders. Met ‘Coco kan het!’ geven we suggesties voor peuters en jonge kleuters. We vullen dit aan ter inspiratie met ‘Vogel Vliegop’, voor de oudere kleuters en leerlingen van groep 3. ‘Vogel Vliegop’ waarderen we om de prachtige illustraties en de mogelijkheden voor de woordenschatontwikkeling. In beide boeken kunnen zowel het onderwerp (de vogels) als het thema (emotie herkennen) verbindend zijn: angst voelen en die overwinnen met de hulp van anderen.
Zoals jullie van ons gewend zijn geven we in deze blog géén knutsels of liedjes, maar een aantal suggesties voor het samen nadenken over Coco kan het! en Vogel Vliegop en op welke wijze de tekst betekenis zou kunnen krijgen.
Voor beide prentenboeken zijn de suggesties online en fysiek in te zetten tijdens de Nationale voorleesdagen 2021.
Een algemene tip: digitaliseer de boeken.
Voor beide boeken geldt: digitaliseer het boek met de gratis app Office Lens, eenvoudig te downloaden op je telefoon en de toepassing wijst zich vanzelf. Zet de illustraties bijvoorbeeld in een powerpoint, voor op jouw digibord. Wijs de kinderen op de overeenkomst tussen het fysieke boek dat je voorleest en de illustraties die zij nu groot of via het beeldscherm, goed kunnen bekijken. Dat levert zoveel meer betrokkenheid op.
Bovendien ben je veel meer in de gelegenheid om de illustraties te betrekken bij de verhaallijn en je hebt daarbij heb je de mogelijkheid om terug te bladeren en het ‘bewijs’ voor de vragen die je stelt uit zowel de tekst als de illustraties te halen.
Onderwijs op afstand? Zet de camera bij de illustraties waar jij hardop over wilt denken of een vraag wilt stellen voor het digibord en wissel dit af met jou als voorlezer. Bekijk nog even wat er mag en niet mag als het gaat om online voorlezen: https://algemene-uitgevers.nl/online-voorlezen-en-auteursrecht/
Coco kan het!
Vandaag is het een grote dag. Alle babyvogels gaan voor het eerst vliegen.
Het ene na het andere vogeltje verlaat het nest en vliegt vrolijk rond. Maar Coco durft niet. Ze twijfelt in het nest, op het uiteinde van een tak, kijkt naar beneden, voelt het verlangen om vrij te zijn, maar durft haar vleugels niet uit te slaan. Mama vogel leunt ontspannen tegen een tak, eet een wormpje en ondersteunt Coco liefdevol met gebaren en woorden om haar over haar angst heen te helpen. Uiteindelijk krijgt Coco een fikse zet, waardoor ze haar vleugels flink laat wapperen. Ze lijkt te vallen als een baksteen, maar fladdert omhoog en vliegt. Ze vliegt de hele dag met haar vriendjes en kan bijna niet meer ophouden. Bij het vertonen van een vliegkunst, botst Coco tegen een boom en zijn haar vleugels moe. Het verhaal eindigt met Coco en mama veilig in het nest. Coco heeft haar angst overwonnen.
De illustraties zijn eenvoudig en drukken de inhoud van het boek krachtig uit. Coco en haar moeder zijn groot geknipt en gepakt en de emotie is te zien aan de snavel, ogen en vleugels. Op iedere bladzijde zijn kleine dieren te vinden. Achter blaadjes, onder takken en in bomen. Kinderen met oog voor detail zullen steeds op zoek gaan naar deze dieren.
Tip 1. Lees herhaald met een doel voor
Lees het boek meerdere keren voor en leg de focus per voorleessessie op een ander doel. Herhaling draagt bij aan tekstbegrip en vergroot de kennis van woorden en begrippen. Jonge kinderen genieten van herhaald voorlezen.
Leesplezier staat in elke sessie voorop. Kinderen genieten van het verhaal en de spanning neemt na iedere bladzijde toe. Zou Coco nu wel durven vliegen? Kinderen weten wat er komt en toch is het weer spannend of dat ook zo is.
Elke sessie heeft een eigen doel. Dat doel kan de focus hebben op het maken van een voorspelling: ‘Je kunt vertellen waardoor Coco leert vliegen’; op woordenschat: ‘Je kunt vertellen wat Coco durft en kan’; of illustraties: ’Je kunt op iedere bladzijde een klein dier aanwijzen’.
Tip 2. Leg de focus steeds op enkele tekstdelen.
Bedenk vooraf op welk deel je de aandacht legt en waar je aandacht aan wilt geven. Dat doe je door hardop over een woord of tekstdeel te denken en daar direct de kinderen bij te betrekken.
Je kunt bij de start van het boek de aandacht leggen op het uiterlijk van Coco en de relatie leggen met de vliegangst. (….) “Ik zie dat Coco en zijn mama in het nest zitten en daar zie ik nog meer mama’s in het nest. De kleine vogels zijn allemaal uit het nest en kijk, deze vliegen al (je wijst de vogels aan). Deze vogel staat nog op een tak en gaat bijna vliegen. Coco zit nog in het nest (je wijst dit aan). Coco kijkt niet zo blij, haar snavel is gebogen. Dat zie ik aan het gebogen streepje. Haar ogen kijken naar boven naar de snavel en ze kijken bang. Haar vleugels houdt ze strak tegen haar lijf. Ik denk dat Coco echt angstig is om te gaan vliegen, ze ziet er heel bang uit”. Neem de kinderen mee in wat je denkt en laat het ze uiten. “Wie denkt dat Coco ook bang is? Ga maar eens staan. Dus jullie denken allemaal dat Coco bang is om te gaan vliegen? Laat maar eens zien hoe bang-zijn eruit ziet. Je ogen zijn naar beneden, je mond is naar beneden, je handen zijn strak tegen je lijf. Ik zie bange Coco’s. Ik ga eens verder lezen of Coco nog durft te gaan vliegen…”
Je kunt in een volgende voorleessessie de focus leggen op een ander tekstdeel. (…) “Wat is dit nu? Coco valt recht naar beneden. Ze schreeuwt: “Help”. De letters zijn heel groot getekend en het lijkt alsof ze naar beneden vallen, net als Coco naar beneden valt. Ik denk dat Coco ook heel hard schreeuwt, omdat de letters zo groot zijn getekend”.
Neem de kinderen mee in wat je suggereert en vraag hen naar wat zij denken dat er nu gaat gebeuren. Laat enkele leerlingen een suggestie geven. Als er geen suggesties worden gedaan geef zelf dan twee mogelijkheden: - Coco valt op de grond, of: - Coco gaat vliegen. “Wie denkt dat Coco op de grond valt? Ga maar staan. Wie denkt dat Coco gaat vliegen? Ga maar staan. (…). Iedereen staat, dus we denken allemaal dat Coco gaat vliegen. Ik ben benieuwd hoor. Ik sla de bladzijde om.”
Door deze aanpak groeit de woordenschat en de kennis impliciet. Terwijl je hardop denkt en de kinderen laat meebewegen zijn woorden als bang, angstig en wel of niet durven al meerdere keren genoemd. Daarnaast bied je, terwijl je hardop je gedachten uitspreekt, allerlei woorden aan, die mogelijk niet tot het dagelijkse repertoire van peuters en kleuters behoren.
Tip 3. Gebruik de illustraties
Coco en mama vogel zijn groot geknipt en geplakt en op de voorgrond aanwezig. Op iedere bladzijde zijn ook kleine dieren ‘verstopt’. Wellicht heeft een kind dit al ontdekt, terwijl jij aan het voorlezen was. Nadat je het boek enkele keren hebt voorgelezen leg je het accent op deze dieren en leid je de voorleessessie in.
“Op elke bladzijde zien we een grote Coco en mamavogel. Maar er valt nog meer te ontdekken op de bladzijden. Ik laat deze bladzijden van het boek zien. Zien jullie op de illustratie waar Coco is? Denk allemaal na en wijs maar aan. Wie ziet wat anders? Kijk en denk na. Jij mag het aanwijzen. (…). Dat klopt, ik zie hier een rups en daar een vlieg. Ze zijn klein, maar als ik goed kijk, dan kan ik ze ontdekken.
Ik laat de illustraties zien en deze keer ontdekken we welke kleine dieren er op de bladzijden te zien zijn. Als je een diertje ziet, dan ga je staan”.
Vogel Vliegop
Hetzelfde onderwerp als Coco, het boek gaat over vogels en ook het thema ‘emotie’ (bang-zijn, samen zijn, trots en vriendschap) verbindt de beide boeken aan elkaar.
Vogel Vliegop wordt door ons zo gewaardeerd voor de woordenschat die wordt geboden en de verhaallijn is net wat complexer dan Coco.
Afhankelijk van de doelgroep is het daarom mogelijk om het bij Coco te laten of met de basis van Coco, het thema (en de woordenschat toepassing) meer te verdiepen met Vogel Vliegop! Alleen Vogel Vliegop gebruiken is uiteraard ook een mogelijkheid.
Een viertal leuke lieve vogel-vriendjes nodigen Vogel Vliegop uit om even te kletsen, om lekker samen van de bessen te gaan snoepen of gezellig een stukje samen op te gaan vliegen. Vliegop heeft er allemaal geen zin in en nogal narrig en geïrriteerd wijst hij alle leuke suggesties van de hand. Totdat vogel Rover die langs komt vliegen aankondigt dat hij wel zin heeft in een lekker ontbijtje. Vliegop verkeert in levensgevaar maar wordt gered door dezelfde vogelvrienden die hij eerder zo onaardig heeft weggestuurd. De gevaarlijke Rover wordt verjaagd en uiteraard komt Vliegop tot inkeer en vraagt hij zijn nieuwe vrienden om met hem te kletsen, te roepen, te vliegen en te snoepen.
Tip 1: Lees herhaald voor en focus steeds op een (ander) doel.
Net als bij Coco: lees herhaald voor. Dat is met Vogel Vliegop nodig want de woordenschat is pittig en bovendien staat de tekst in rijm.
De woordenschatontwikkeling als doel is altijd belangrijk natuurlijk en dit boek vraagt er nadrukkelijk om. We willen dit als de eerste doelstelling van het voorlezen suggereren, zodat de tekst goed begrepen kan worden. Bereid je voor door de woordenschatwoorden te selecteren die je wilt herhalen en verdiepen (als je Coco al hebt aangeboden) of die je nieuw wilt aanbieden. Vogel Vliegop heet niet voor niets zo en “Scheer je weg”, “Hoepel op!” en “Vlieg op”, zijn allemaal synoniemen voor hetzelfde: “Ga weg!!”. Vliegop doet zijn naam wel eer aan.
Bang-zijn, durven en niet durven, vriendschap en trots kunnen in de context van Vliegop opnieuw toegepast worden. Maak vooral gebruik de illustraties via het digibord, denk hardop en ‘blader’ terug voor het bewijs uit tekst en beeld
Duifgrijs, knalgroen, knalblauw, diepblauw en knalgeel worden als kleurnuances benoemd en de voor beschrijvende tekst wordt regelmatig de verleden tijd gebruikt. Om al deze woorden voor de woordenschatontwikkeling te willen benutten gaat wellicht veel te ver en doet de woordenlijst overstromen. Deze en andere woorden moet je zelf semantiseren (de betekenis eraan geven) terwijl je deze rijke taal voorleest.
Met meer is leuker dan alleen, samen spelen en vriendschap kan een ander doel zijn om herhaald voor te lezen. De illustraties van Catherine Rayner zijn fantastisch, ook daar zijn de emoties zichtbaar en prachtig om dit met de leerlingen te herkennen en te benoemen.
Tip 2: Herkennen en navertellen van de verhaallijn.
Er zit een duidelijke verhaallijn in Vogel Vliegop en een volgorde in de ‘personages’ en hun boodschap – vraagstelling. Er is sprake van een probleem (Vogel Rover) en de oplossing daarvan (de vogelvrienden bundelen de krachten en jagen vogel Rover weg).
Gebruik picto’s om de structuur te visualiseren en schrijf (teken) mee terwijl je het verhaal voorleest. Maak, als je dit nodig vindt, gebruik van de afbeeldingen in het boek om het navertellen meer mogelijk (eenvoudiger) te maken voor minder taalvaardige leerlingen.
Tip 3: Maak verbindingen tussen de boeken en bespreek overeenkomsten. Voorbeelden:
- De verbinding tussen het thema van Coco en van Vliegop.
Indien je gestart bent met Coco daagt het verdiepend toepassen van de begrippen die beide bronnen delen, het leren uit. Denk hardop en biedt eerst zelf de keuzemogelijkheden. “Wie denkt dat Coco bang was en dat Vogel Vliegop ook bang was? Steek je hand eens op als je denkt dat… Dus wij denken dat allebei de vogels uit onze boeken, bang waren…”
En gerelateerd aan het hogere orde denken: “Wie denkt dat Coco en Vliegop voor hetzelfde bang waren? Wie denkt dat ze voor andere dingen bang waren?”
“Wat zien we aan de snavel en het lijf van Coco? Wat zien we aan de snavel en het lijf van Vliegop? Wat is hetzelfde? Denken jullie dat we dit bang noemen? Of noemen we dit blij? Wie denkt…?(…)”.
“Wie is er trots in Coco? Wie is er trots in Vogel Vliegop?”
- De verbinding met een informatieve bron over Vogel Vliegop.
Lees vooral ook even de tekst op het op-een-na laatste schutblad van het boek. Vogel Vliegop bestaat namelijk echt, hij leeft in Afrika en heet eigenlijk vale toerako. De naam go-away bird heeft de vogel gekregen door zijn alarmroep, die klinkt, met wat fantasie, inderdaad haast als go-away. Selecteer een kort stukje van deze film over de toerako: https://www.youtube.com/watch?v=egm4796_OqM. Maak een verbinding tussen het filmfragment en de overeenkomst met de illustraties uit het boek.
Natuurlijk willen we het voorlezen op welke dag dan ook promoten en niet alleen tijdens de Voorleesdagen. Veel plezier met deze suggesties!
Comments